
In de Tour De France van 2023 zal het peleton over verschillende beklimmingen moeten rijden. De ronde van Frankrijk doorkruist, zoals elk jaar, de Pyreneëen en de Alpen. In totaal staan er ongeveer 30 cols of côtes op het programma. Deze blog bespreekt alle belangrijke en zwaarste bergen van de Tour 2023.
Rit 5 : Pau -> Laruns
Col de Soudet
De Col de Soudet is een bergpas van 1.540 meter hoog in de Pyreneeën, die de grens vormt tussen de departementen Pyrénées-Atlantiques en Aragon. Het is een van de hoogste en lastigste beklimmingen van Frankrijk, met vier verschillende toegangswegen die allemaal steile stukken bevatten. De klim die de Tour 2023 gebruikt, start in Tardets-Sorholus en is 15,1 kilometer lang met een gemiddeld stijgingspercentage van 7,2%.

De Col de Soudet is een van de beklimmingen van de vijfde etappe van de Tour 2023, die vertrekt uit Pau en eindigt in Laruns. Het is een korte maar zware rit van 165 kilometer, die ook over de Col de Marie Blanque (7,7 kilometer aan 8,6%) gaat. Na een lange afdaling naar Laruns begint de finale naar de finish.
De Col de Soudet maakte zijn debuut in de Tour in 1987, toen Robert Forest als eerste bovenkwam. Sindsdien was de berg negen keer te zien in de Tour, waarvan één keer met een aankomst op La Pierre Saint-Martin. Dat was in 2015, toen Chris Froome won na een solo van 6 kilometer. De bekendste winnaars op de Soudet zijn Pascal Richard, Kurt Van De Wouwer, Cyril Dessel en Marc Hirschi.
Col de Marie Blanque
De Col de Marie Blanque is een bergpas van 1.035 meter hoog in de Pyreneeën, die de grens vormt tussen de departementen Pyrénées-Atlantiques en Hautes-Pyrénées. Het is een van de steilste en lastigste beklimmingen van Frankrijk, met twee verschillende toegangswegen die allebei steile stukken bevatten. De klim die de Tour 2023 gebruikt, start in Escot en is 9,3 kilometer lang met een gemiddeld stijgingspercentage van 7,7%. De eerste 4 kilometer zijn relatief makkelijk, maar daarna wordt het steeds zwaarder, met stukken boven de 10%. Het zwaarste deel ligt tussen de 6 en de 8 kilometer, waar het gemiddelde rond de 11% ligt. De laatste kilometer is iets minder steil, maar vaak blootgesteld aan de wind.

De Col de Marie Blanque maakte zijn debuut in de Tour in 1978, toen Michel Pollentier als eerste bovenkwam. Sindsdien was de berg zestien keer te zien in de Tour, waarvan één keer met een aankomst op La Pierre Saint-Martin. Dat was in 2015, toen Chris Froome won na een solo van 6 kilometer. De bekendste winnaars op de Marie Blanque zijn Pedro Delgado, Richard Virenque, Cyril Dessel en Marc Hirschi.
Rit 6 : Tarbes -> Cauterets-Cambasque
Col d’Aspin
De Col d’Aspin is een bergpas van 1.489 meter hoog in de Pyreneeën, die de grens vormt tussen de departementen Hautes-Pyrénées en Haute-Garonne. Het is een van de klassieke en populaire beklimmingen van Frankrijk, vaak gecombineerd met de Col du Tourmalet. De klim die de Tour 2023 gebruikt, start in Arreau en is 12 kilometer lang met een gemiddeld stijgingspercentage van 6,5%. De eerste 4 kilometer zijn relatief makkelijk, maar daarna wordt het steeds zwaarder, met stukken boven de 8%. Het zwaarste deel ligt tussen de 8 en de 10 kilometer, waar het gemiddelde rond de 8% ligt. De laatste kilometers zijn iets minder steil, maar vaak blootgesteld aan de wind.
De Col d’Aspin is een van de beklimmingen van de zesde etappe van de Tour 2023, die vertrekt uit Saint-Gaudens en eindigt op Peyragudes. Het is een korte maar zware rit van 145 kilometer die ook nog over de Col du Tourmalet (17,1 kilometer aan 7,3%). Na een lange afdaling naar Sainte-Marie-de-Campan begint de finale naar de top van de Aspin.
De Col d’Aspin maakte zijn debuut in de Tour in 1910, toen Octave Lapize als eerste bovenkwam. Sindsdien was de berg 75 keer te zien in de Tour, waarvan één keer met een aankomst op La Mongie. Dat was in 1970, toen Eddy Merckx won na een solo van 130 kilometer. De bekendste winnaars op de Aspin zijn Fausto Coppi, Federico Bahamontes, Luis Ocaña en Thibaut Pinot.
Col du Tourmalet
De Col du Tourmalet is een bergpas van 2.115 meter hoog in de Pyreneeën, die de grens vormt tussen de departementen Hautes-Pyrénées en Pyrénées-Atlantiques. Het is een van de meest bekende en beruchte beklimmingen van Frankrijk, met een lange en steile klim die vaak wordt voorafgegaan door de Col d’Aspin of de Col du Soulor. De klim die de Tour 2023 gebruikt, start in Sainte-Marie-de-Campan en is 17,1 kilometer lang met een gemiddeld stijgingspercentage van 7,3%. De eerste 10 kilometer zijn relatief makkelijk, maar daarna wordt het steeds zwaarder, met stukken boven de 10%. Het zwaarste deel ligt tussen de 12 en de 15 kilometer, waar het gemiddelde rond de 9% ligt. De laatste kilometers zijn iets minder steil, maar vaak blootgesteld aan de wind.
De Col du Tourmalet is de scherprechter van de zesde etappe van de Tour 2023, die vertrekt uit Tarbes en eindigt op Cauterets-Cambasque. Op de top van de Tourmalet, eindigt de 6e rit met een aankomst bergop.
De Col du Tourmalet maakte zijn debuut in de Tour in 1910, toen Octave Lapize als eerste bovenkwam. Sindsdien was de berg 60 keer te zien in de Tour, waarvan drie keer met een aankomst op de top. Dat was in 1974, toen Jean-Pierre Danguillaume won, in 2010, toen Andy Schleck won na een solo van 30 kilometer, en in 2019, toen Thibaut Pinot won na een sprintje met Julian Alaphilippe. De bekendste winnaars op de Tourmalet zijn Fausto Coppi, Eddy Merckx, Bernard Thévenet en Marco Pantani. De berg is ook beroemd om het monument dat er staat ter ere van Jacques Goddet, de opvolger van Henri Desgrange als directeur van de Tour.
Rit 9 : Saint-Léonard-De-Noblat -> Puy De Dôme
Puy de Dôme
De Puy de Dôme is een slapende vulkaan van 1.415 meter hoog in het Centraal Massief. Het is een van de meest iconische bergen van Frankrijk en een symbool van de regio Auvergne. De klim is 13,3 kilometer lang en heeft een gemiddeld stijgingspercentage van 7,7%. De laatste vier kilometer zijn onverhard en lopen over een smal pad dat normaal gesproken alleen toegankelijk is voor wandelaars en treinreizigers.

De Puy de Dôme is de aankomstplaats van de negende etappe van de Tour 2023, die vertrekt uit Saint-Léonard-de-Noblat, de geboorteplaats van Raymond Poulidor. Het is een eerbetoon aan de eeuwige tweede, die in 1964 op deze berg een episch duel uitvocht met Jacques Anquetil. Poulidor won de etappe, maar verloor het geel met 14 seconden. Het beeld van de twee rivalen die schouder aan schouder naar boven reden, is een klassieker in de wielergeschiedenis.
De Puy de Dôme was 13 keer het decor van een Tour-etappe, voor het eerst in 1952 toen Fausto Coppi triomfeerde. Andere winnaars waren onder meer Federico Bahamontes, Charly Gaul, Luis Ocaña en Pedro Delgado. De laatste keer dat de Tour hier aankwam was in 1988, toen Johnny Weltz won. Na 35 jaar keert de Tour terug naar deze uitzonderlijke locatie.
Rit 13 : Châtillon-Sur-Chalaronne -> Grand Colombier
Grand Colombier
De Grand Colombier is een berg van 1.534 meter hoog in de Jura, in de streek Bugey. Het is een van de zwaarste beklimmingen van Frankrijk, met vier verschillende toegangswegen die allemaal steile stukken bevatten. De klim die de Tour 2023 gebruikt, start in Culoz en is 17,4 kilometer lang met een gemiddeld stijgingspercentage van 7,1%. De moeilijkste passages liggen na 4 en 10 kilometer, waar de weg met 12% omhoog gaat. De laatste 400 meter zijn ook nog eens 10% steil.

De Grand Colombier is de aankomstplaats van de dertiende etappe van de Tour 2023, die vertrekt uit Châtillon-sur-Chalaronne, een dorp dat voor het eerst de Tour ontvangt. Het is een korte rit van 138 kilometer, die ideaal is voor een aanval van de klassementsrenners of de avonturiers. De enige andere hindernis onderweg is de Col de la Lèbe, een lange maar makkelijke klim van 16,5 kilometer aan 3%.
De Grand Colombier maakte zijn debuut in de Tour in 2012, toen Thomas Voeckler als eerste bovenkwam en later ook de etappe won in Bellegarde-sur-Valserine. Sindsdien was de berg nog vier keer te zien in de Tour, telkens met een andere winnaar: Alessandro De Marchi in 2016, Warren Barguil in 2017, Tadej Pogacar in 2020 en Wout Poels in 2021. De editie van 2020 was bijzonder, omdat de renners drie keer over de Grand Colombier moesten, telkens van een andere kant. Pogacar versloeg toen zijn landgenoot Primoz Roglic in een sprintje.
Rit 14 : Annemasse -> Morzine Les Portes du Soleil
Col de la Ramaz
De Col de la Ramaz is een bergpas van 1.614 meter hoog in de Alpen, die de grens vormt tussen de departementen Haute-Savoie en Savoie. Het is een van de middelhoge en lastige beklimmingen van Frankrijk, die het plateau van Sommand verbindt met het plateau van Pra de Lys. De klim die de Tour 2023 gebruikt, start in Mieussy en is 14,1 kilometer lang met een gemiddeld stijgingspercentage van 6,9%. De eerste 4 kilometer zijn relatief makkelijk, maar daarna wordt het steeds zwaarder, met stukken boven de 10%. Het zwaarste deel ligt tussen de 8 en de 10 kilometer, waar het gemiddelde rond de 9% ligt. De laatste kilometers zijn iets minder steil, maar vaak blootgesteld aan de wind.
De Col de la Ramaz is een van de beklimmingen van de veertiende etappe van de Tour 2023, die vertrekt uit Annemasse en eindigt in Morzine. Het is een korte maar zware rit van 152,5 kilometer, die ook over vijf andere cols gaat: de Col de Saxel (4km aan 4,7%) de Col de Cou (7 kilometer aan 7,4%), de Col du Feu (5,8 kilometer aan 7,8%), de Col de Jambaz (6,8 kilometer aan 3,8%) en de Col de Joux Plane (11,7 kilometer aan 8,5%). Na een lange afdaling naar Montriond begint de finale naar de finish in Morzine.
De Col de la Ramaz maakte zijn debuut in de Tour in 2003, toen Richard Virenque als eerste bovenkwam. Sindsdien was de berg drie keer te zien in de Tour, waarvan één keer met een aankomst op Avoriaz. Dat was in 2010, toen Andy Schleck won na een solo van 2 kilometer. De bekendste winnaars op de Ramaz zijn Richard Virenque, Andy Schleck en Jarlinson Pantano.
Col de Joux Plane
De Col de Joux Plane is een bergpas van 1.691 meter hoog in de Alpen, die de grens vormt tussen de departementen Haute-Savoie en Savoie. Het is een van de hoogste en steilste beklimmingen van Frankrijk, die Morzine verbindt met Samoëns. De klim die de Tour 2023 gebruikt, start in Morzine en is 11,6 kilometer lang met een gemiddeld stijgingspercentage van 8,5%. De eerste 4 kilometer zijn relatief makkelijk, maar daarna wordt het steeds zwaarder, met stukken boven de 10%. Het zwaarste deel ligt tussen de 6 en de 10 kilometer, waar het gemiddelde rond de 10% ligt. De laatste kilometers zijn iets minder steil, maar vaak blootgesteld aan de wind.

De Col de Joux Plane maakte zijn debuut in de Tour in 1978, toen Michel Pollentier als eerste bovenkwam. Sindsdien was de berg twaalf keer te zien in de Tour, waarvan één keer met een aankomst op Avoriaz. Dat was in 1983, toen Lucien Van Impe won na een solo van 2 kilometer. De bekendste winnaars op de Joux Plane zijn Lucien Van Impe, Laurent Fignon, Marco Pantani en Richard Virenque.
Rit 15 : Les Gets Les Portes du Soleil -> Saint-Gervais Mont-Blanc
Col de la Croix Fry
De Col de la Croix Fry is een bergpas van 1.467 meter hoog in de Alpen, die de grens vormt tussen de departementen Haute-Savoie en Savoie. Het is een van de middelhoge en populaire beklimmingen van Frankrijk, die Manigod verbindt met La Clusaz. De klim die de Tour 2023 gebruikt, start in Thônes en is 11,3 kilometer lang met een gemiddeld stijgingspercentage van 7%. De eerste 4 kilometer zijn relatief makkelijk, maar daarna wordt het steeds zwaarder, met stukken boven de 8%. Het zwaarste deel ligt tussen de 8 en de 10 kilometer, waar het gemiddelde rond de 8% ligt. De laatste kilometers zijn iets minder steil, maar vaak blootgesteld aan de wind.
De Col de la Croix Fry is een van de beklimmingen van de vijftiende etappe van de Tour 2023, die vertrekt uit Les Gets Les Portes Du Soleil en eindigt op Saint-Gervais Mont-Blanc. Het is een lange en zware rit van 180 kilometer, die ook over enkele andere cols gaat: de Col de la Forclaz de Montmin (7,2 kilometer aan 7,4%) en de Saint-Gervais Mont Blanc.
De Col de la Croix Fry maakte zijn debuut in de Tour in 1994, toen Piotr Ugrumov als eerste bovenkwam. Sindsdien was de berg vijf keer te zien in de Tour, waarvan één keer met een aankomst op La Clusaz. Dat was in 2006, toen Floyd Landis won na een solo van 5 kilometer. De bekendste winnaars op de Croix Fry zijn Piotr Ugrumov, Laurent Jalabert, Floyd Landis en Rui Costa.
Saint-Gervais Mont Blanc
Saint-Gervais Mont Blanc is een skiresort en een gemeente in de Haute-Savoie, aan de voet van de Mont Blanc. Het is een populaire bestemming voor wintersporters en bergliefhebbers, met een rijk cultureel en architecturaal erfgoed. Saint-Gervais Mont Blanc staat ook bekend om zijn thermale baden, die al sinds de 19e eeuw worden gebruikt voor hun geneeskrachtige eigenschappen.

De slotklim naar Le Bettex (9,8 kilometer aan 8%) kan het klassement opschudden.
De eerste keer dat Saint-Gervais Mont Blanc de Tour ontving was in 1990, toen Thierry Claveyrolat won na een solo van 10 kilometer. In 1992 was het Rolf Järmann die als eerste bovenkwam na een sprint met Claudio Chiappucci. In 2016 was het Romain Bardet die triomfeerde na een aanval op 3 kilometer van de finish. Hij nam toen ook de tweede plaats in het klassement over van Chris Froome.
Rit 17 : Sain-Gervais Mont-Blanc -> Courchevel
Col de la Loze
De Col de la Loze is een bergpas van 2.304 meter hoog in de Alpen, die de grens vormt tussen de departementen Savoie en Hautes-Alpes. Het is een van de hoogste en steilste beklimmingen van Frankrijk, die Méribel verbindt met Courchevel. De klim is alleen toegankelijk voor fietsers, via een voormalig bergpad dat geasfalteerd is om een groene weg te creëren. De klim bevat vele passages boven de 20% in de laatste 6 kilometer van de beklimming.

De Col de la Loze is een van de beklimmingen van de zeventiende etappe van de Tour de France 2023, die vertrekt uit Saint-Gervais Mont Blanc en eindigt in Courchevel. De rit is 166 kilometer lang en bevat drie andere beklimmingen: de Col du meraillet (12,2 kilometer aan 7,2%), de Cormet de Roselend (5,79 kilometer aan 6,6%), Col des Saisies (15 kilometer aan 6,4%), Cote de Longefroy(6,7 kilometer aan 7,5%) en de Courchevel(9,2 kilometer aan 6,9%). Na een lange afdaling naar Moutiers begint de finale naar de top van de Loze.
De Col de la Loze maakte zijn debuut in de Tour in 2020, toen Miguel Angel Lopez won na een solo van 2,4 kilometer. Het was toen het dak van de Tour met zijn 2.304 meter hoogte. Primoz Roglic werd tweede en verstevigde zijn gele trui. De col was ook het decor van de Tour de l’Avenir in 2019, toen Tobias Foss won.
Rit 20 : Belfort – Le Markstein Fellering
Petit Ballon en Col du Platzerwassel
De Petit Ballon en de Col du Platzerwassel zijn twee bergpassen in de Vogezen, die deel uitmaken van de Route des Crêtes. Ze zijn allebei populair bij wielrenners en hebben al meerdere keren de Tour de France ontvangen.
De Petit Ballon is een bergpas van 1.166 meter hoog, die Munster verbindt met Sondernach. De beklimming is 9,7 kilometer lang en overbrugt 771 hoogtemeters met een gemiddeld stijgingspercentage van 8%. De eerste 4 kilometer zijn relatief makkelijk, maar daarna wordt het steeds zwaarder, met stukken boven de 10%. Het zwaarste deel ligt tussen de 6 en de 8 kilometer, waar het gemiddelde rond de 10% ligt. De laatste kilometers zijn iets minder steil, maar vaak blootgesteld aan de wind.
De Col du Platzerwassel is een bergpas van 1.192 meter hoog, die Metzeral verbindt met Le Markstein. De beklimming is 10 kilometer lang en overbrugt 707 hoogtemeters met een gemiddeld stijgingspercentage van 7,1%. De eerste 4 kilometer zijn relatief makkelijk, maar daarna wordt het steeds zwaarder, met stukken boven de 10%. Het zwaarste deel ligt tussen de 8 en de 10 kilometer, waar het gemiddelde rond de 8% ligt. De laatste kilometers zijn iets minder steil, maar vaak blootgesteld aan de wind.

De Petit Ballon en de Col du Platzerwassel zijn twee van de beklimmingen van de twintigste etappe van de Tour de France 2023, die vertrekt uit Belfort en eindigt in Le Markstein. Het is een korte maar zware rit van 152 kilometer, die ook over vier andere cols gaat: de Ballon d’Alsace (11,5 kilometer aan 6%), de Col du Ménil (7 kilometer aan 7,4%), de Col du Feu (5,8 kilometer aan 7,8%) en de Col du Corbier (7,6 kilometer aan 7,5%). Na een lange afdaling naar Malmerspach begint de finale naar de top van de Petit Ballon. Na een korte afdaling naar Sondernach begint meteen de beklimming naar de Col du Platzerwassel.
De Petit Ballon maakte zijn debuut in de Tour in 1969, toen Eddy Merckx als eerste bovenkwam. Sindsdien was de berg elf keer te zien in de Tour, waarvan één keer met een aankomst op Le Markstein. Dat was in 1983, toen Pascal Simon won na een solo van 2 kilometer. De bekendste winnaars op de Petit Ballon zijn Eddy Merckx, Bernard Hinault, Laurent Fignon en Richard Virenque.
De Col du Platzerwassel maakte zijn debuut in de Tour in 1994, toen Piotr Ugrumov als eerste bovenkwam. Sindsdien was de berg drie keer te zien in de Tour, waarvan één keer met een aankomst op Le Markstein. Dat was in 2005, toen Pieter Weening won na een sprint met Andreas Klöden. De bekendste winnaars op de Platzerwassel zijn Piotr Ugrumov, Laurent Jalabert en Pieter Weening.