
Het is een adembenemend spektakel om te zien hoe de sterkste wielrenners ter wereld deel uitmaken van de Tour de France, die elk jaar plaatsvindt. In dit artikel richten we ons op een van de meest boeiende aspecten van de Tour – de kleinste marges in de eindklassement.
Het kleinste verschil in het eindklassement van de Tour de France is niet alleen een getuigenis van de enorme inspanningen en het doorzettingsvermogen van de wielrenners, maar ook van de buitengewone competitie die deze race biedt. Laten we eens kijken naar enkele van de meest dramatische finales in de geschiedenis van de Tour de France.
Hier is een lijst van de top tien races met de kleinste marges in de eindklassement:
Jaar | Winnaar | Tweede Plaats | Verschil |
---|---|---|---|
1989 | Greg LeMond | Laurent Fignon | 0:08 |
2007 | Alberto Contador | Cadel Evans | 0:23 |
1968 | Jan Janssen | Herman van Springel | 0:38 |
2010 | Alberto Contador | Andy Schleck | 0:39 |
1987 | Stephen Roche | Pedro Delgado | 0:40 |
1977 | Bernard Thevenet | Hennie Kuiper | 0:48 |
1976 | Lucien Van Impe | Joop Zoetemelk | 0:54 |
2017 | Chris Froome | Rigoberto Uran | 0:54 |
1964 | Jacques Anquetil | Raymond Poulidor | 0:55 |
2020 | Tadej Pogacar | Primoz Roglic | 0:59 |
Belangrijkste en meest memorabele edities
De Tour de France van 1989 was een van de meest dramatische in de geschiedenis, waarbij Greg LeMond slechts 8 seconden voorsprong had op Laurent Fignon. Dit was het kleinste verschil ooit in de Tour de France. LeMond, die met een futuristische helm en opzetsturen reed, maakte een achterstand van 50 seconden op Fignon goed in een tijdrit van 24,5 km rond Parijs. Het was een overwinning die de wielersport voor altijd veranderde.
In 2007 zagen we een vergelijkbaar spannend eindspel toen Alberto Contador, de getalenteerde Spaanse wielrenner, de Tour won met een voorsprong van slechts 23 seconden op Cadel Evans. Contador bleek een sterke klimmer te zijn, wat hem een voorsprong gaf op Evans in de bergachtige etappes van de Tour.
Een ander historisch moment vond plaats in 1968 toen Jan Janssen, de Nederlandse wielrenner, de eerste Nederlander werd die de Tour de France won. Hij versloeg Herman van Springel met een marge van slechts 38 seconden in de eindklassement.
Stephen Roche’s overwinning in 1987 was ook een van de meest opmerkelijke momenten in de Tourgeschiedenis. Hij versloeg Pedro Delgado met een marge van slechts 40 seconden. Roche maakte deel uit van een ontsnapping in de laatste bergetappe naar La Plagne, waarbij hij zich bij Delgado voegde en uiteindelijk op tijd won in de daaropvolgende tijdrit.
Laten we ook de recente Tour de France van 2020 niet vergeten, waar Tadej Pogacar de titel won met een voorsprong van slechts 59 seconden op zijn landgenoot Primoz Roglic. Het was een sensationele overwinning voor de jonge Sloveen, die de overwinning veilig stelde tijdens de tijdrit op de voorlaatste dag.
Deze kleinste marges in de eindklassement van de Tour de France herinneren ons aan de intensiteit en competitiviteit van de sport. Ze getuigen van de moed, het doorzettingsvermogen en de vastberadenheid van de wielrenners. Elk van deze historische momenten draagt bij aan de rijke en kleurrijke geschiedenis van de Tour de France en benadrukt waarom het een van de meest bekeken en gevierde sportevenementen ter wereld blijft.